Afzender gedefinieerd
De poëtische novelle Manosque-des-Plateaux (1930) wordt beschouwd als een van Giono’s mooiste boeken van voor de oorlog. Het is een beeldende evocatie van de stad waar hij is geboren en waar hij zijn hele leven zou blijven wonen, en van de omringende heuvels en plateaus. Giono is ongeëvenaard in het beschrijven van de Provence, zowel de landschappen als de bevolking. In ‘Gedicht van de olijf’ geeft hij een beeldende beschrijving van de praktijk en rituelen rondom het plukken van olijven en de ambachtelijke verwerking tot olijfolie.
Details
EAN : | 9789493186583 |
Uitgever : | Vleugels |
Uitvoering : | Paperback / softback |
Taal/Talen : | Nederlands |
Status : | Bestelbaar |
Jean Giono
Fictie
Met ‘Manosque’ schreef de Franse auteur Jean Giono (1884 –
1970) een adembenemend mooie liefdesverklaring aan de Provence. Een zoektocht
naar de ziel van zijn geboortegrond. ‘Ze is mijn vlees, deze aarde die rood is
van tijm; de takken hebben mijn huid opengehaald, ik zit onder het loof, en nu
ben ik als een kleine hagedis, helemaal gekapseisd met mijn grote onstuimige
hart.’
Het is een eigenaardig en betoverend boek. Als er al sprake
is van iets als een intrige, dan neemt die de vorm aan van een wandeling. Een
omtrekkende zwerftocht waarbij Giono je doorheen de dorpen, de heuvels en de
seizoenen loodst. Hij laat de mensen aan het woord die deze streek bewonen, de
herders en boeren, smeden en mandenvlechters, schoenmakers en cafébazen. Hij
vertelt over de waterputten, de lucht die smaakt naar vlinders, de zaden die in
de heuvels liggen te wachten, de weidse, winderige vlakte. Giono schildert geen
bucolische taferelen. Hij legt het oeroude, meedogenloze karakter en de
onmenselijke schoonheid bloot van een land dat zich niet laat temmen. Een mythisch
land dat leeft en voelt en dat zijn eigen wetten stelt.
Al in zijn prachtige debuut Heuvel, over de inwoners van
een piepklein gehucht die bezeten zijn door het idee dat de heuvel waarop ze
wonen zich tegen hen heeft gekeerd, thematiseerde hij dat ontembare en
eigenzinnige van het land. Bij Giono komt alles tot leven. Bezield door een
heidens pantheïsme krijgt alles een eigen stem. De bomen en de kruiden, de
stenen en de bronnen, de dieren en de wind. ‘We horen het zingen van dat alles.
De wereld zingt met haar mooie lage stem.’
Giono schrijft in een lijfelijke, sensuele taal. Je hoort er
echo’s van Homeros en Ovidius in, maar ook de vitalistische energie van Walt
Whitman. Die bruisende levenskracht vibreert ook in Kiki Coumans’ vertaling. Ze
doet Giono’s poëtische, gespierde taal alle eer aan en maakt van dit boek een
genot om lezen.