Een huis voor boeken, cultuur en ontmoeting. Literair, progressief en coöperatief.

Naar aanleiding van ons veertig jarig bestaan verzamelden we verhalen en anekdotes uit onze geschiedenis.

"beste vrienden,

begin september opent het informatiesentrum "de groene waterman" een ruimte, jezuietenrui 3 antwerpen, waar naast boeken en broscuren ook tijdschriften te koop zullen aangeboden worden. er is tevens een ruimte voorzien waar men rustig alles kan inkijken wat de wereld zoal te bieden heeft aan ondergrondse en alternatieve pers. We doen een oproep om publicaties in depot te geven aan het nieuwe informatiesentrum, zodat verdeelhuizen en persagentschappen even buitenspel gezet worden.”

De elf regels tekst zijn plechtig ondertekend door ‘de direkteur-administrateur dhr. Jozef Sprankenis, de informateur-executeur dhr. Siegfried van de Cruys, en de free press zaakgelastigde dhr. Eduoard Vaes.’

Wanneer het informatiecentrum in dat najaar opengaat, verspreiden de heren een nieuw gestencild pamflet, dat aangeeft waar De Groene Waterman toen voor stond:

"... wie op een zinnige manier wil meepraten over de groeiende onleefbaarheid van onze steden, over Vietnam en repressieve desublimatie, over drugs en natuurvoeding, over Latijns-Amerika en het Midden-Oosten, over manipulatie en produktiviteit, over mistiek en over revolutie kan niet zonder het bedrukt papier dat wij gewoon zijn BOEKEN te noemen.

Informatie (o.a. in boeken en tijdschriften, in brosjures en werkdocumenten) is de basis van een doelmatige agitatie.

Daarom zijn wij met "DE GROENE WATERMAN" begonnen. Een boekhandel die meer wil zijn dan een boek-handel: een sentrum voor alternatieve informatie en sublektuur.

Underground-materiaal, stripverhalen, publikaties van diverse politieke groepen en natuurlijk boeken liggen daar op u te wachten."

Adres: Jezuïetenrui 3 te Antwerpen. Open elke weekdag van 11 tot 21 uur. Jef Sprankenis

Het 'informatiesentrum' lag pal naast het neonazicafé 'De leeuw van Vlaanderen'. De mythe zegt dat ‘direkteur-administrateur’ Sprankenis regelmatig en zonder problemen bij zijn buren een biertje ging drinken.

Toch is begin jaren zeventig de periode waarin wij ons in West-Europa op grote schaal bewust worde, van de dekoloniseringstrijd in Afrika, van het Amerikaanse debacle in Vietnam en Indochina, van de stuiptrekkingen van de Spaanse en Portugese dictaturen. Het is de periode van de opkomende vrouwen- en homobeweging, van een nieuwe jeugdcultuur, van nieuwe sociale bewegingen en radicaal-linkse organisaties als 'Alle Macht Aan De Arbeiders' en de Revolutionaire Arbeidersliga.

Internationale politiek en doelmatige agitatie, dat speelde een steeds belangrijker rol bij een groeiende groep scholieren, studenten, kunstenaars, vrouwen, leraars, ... kortom bij iedereen die ‘krities’ wou zijn en zich deel voelde van een groep die wou emanciperen. De laagdrempelige informatie en hulpverlening van Release kwam naar België, de eerste wereldwinkels openden hun deuren, Agence de presse Libération en Bevrijdingspersagentschap bundelden het nieuws van basisgroepen tot handige persbulletins.

De Groene Waterman bood wie zoekende was naar politiek inzicht een kennismaking met Bakoenin, Proudhon, Kropotkin en Emma Goldman, via goedkope Duitse uitgaven of gestencilde drukwerkjes. Het 'rode boekje voor scholieren', dat in België verboden was, smokkelde we vanuit Nederland de grens over en was op de Jezuïetenrui meteen uitverkocht.

Dat rode boekje was niet de enige uitgave waar de politie naar speurde, maar wel met enig geluk in het 'informatiesentrum' te vinden was. Ook 'The Anarchist Cookbook' stond wel eens in de rekken, en als onzedig bestempelde nummers van Sekstant, het maandblad van de Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming, konden uit een la te voorschijn komen. Het was niet ongewoon dat op woensdagnamiddag schoolmeisjes het internaat in Vorselaar verlieten om met de bus naar Antwerpen te rijden en, in schooluniform, bij De Groene Waterman te komen snuffelen tussen wat er weer allemaal aan opwindends was aangevoerd.

Toch waren de jaren zeventig in Antwerpen niet alleen jaren van groeiend politiek bewustzijn, maar ook – en misschien vooral – van de zoektocht naar mogelijkheden om 'anders' te gaan leven, om een alternatief te vinden voor het 'burgerlijke' bestaan. De buurt rondom de Grote Markt en het Conscienceplein was toen een trefpunt van kunstenaars, schrijvers, muzikanten en bohémiens allerhande, die elkaar vonden in talloze min of meer beruchte kroegen.

Voor inspiratie voor die alternatieve leefwijzen vond je bij De Groene Waterman zowel uitgaven over macrobiotiek of sensuele massage, als over de Amerikaanse underground en de neerslag ervan in Nederland. Comics van Crumb, de beat poets, Aloha, 'Tante Leny presenteert'... en natuurlijk talloze witte platen of bootlegs: illegale (concert)opnamen, waarbij je soms nog kon horen dat degene die met de opnamemicrofoon tussen het publiek stond een vraag kreeg van zijn buurman.

David Bowie's 'Subway' uit 1974 op het obscure label Flat ('the only good record is a flat record'), Dylans 'Little White Wonder' natuurlijk en de legendarische concerten in The Royal Albert Hall en The Berkeley Community Center, die pas in 1998 officieel op cd zouden verschijnen, Jimi Hendrix' 'Sky High!' ('the infamous and spontaneous jam with Jim Morrison and Johnny Winter', 1970), de dubbel-lp 'Pink Floyd in Kralingen', maar ook veel blues en platen met wat zich op dat ogenblik aan het ontwikkelen was tot Europese free music.

In De Groene Waterman van Jef Sprankenis ontdekte je de wonderlijkste dingen. En daarbij hoorde ook de afdeling esoterische geschriften, die mettertijd onder zijn beheer een steeds belangrijker plaats zou gaan innemen. Jef mag dan een publiek gehad hebben voor dit materiaal, de aanwezigheid ervan leidde al heel snel tot de eerste breuk binnen de ploeg van het 'informatiesentrum'. Binnen het oorspronkelijke directieteam, dat uit drie mensen bestond, was het vooral Jef die zich bezighield met de boeken. Sieg en Eddie hadden de rekken getimmerd en de winkel ingericht, en hun vriendinnen Roos en Pierrette hielden de zaak min of meer regelmatig open. Daar kwam al in november 1970 een abrupt einde aan, toen Jef er op stond dat 'De geheime leer', het theosofische basiswerk van Madame Blavatsky, een prominente plaats kreeg in de winkel en de vitrine. De anderen vonden het idioot dat een zaak die het rode boekje voor scholieren verkocht, ook een dergelijk 'reactionair werk' zou aanbieden.

En zoals dat soms gaat met collectieven: ruzie. De anderen gingen hun eigen dingen doen, Jef bleef alleen achter met De Groene Waterman. Deze anekdote geeft aan dat De Groene Waterman voor Jef Sprankenis zeker niet op de eerste plaats een politieke, laat staan linkse, boekhandel was. De boekhandel van Jef had te maken met tegencultuur, en dat omvatte seksuele bevrijding, macrobiotiek, antroposofie, free jazz, Willem de Ridder, en ook anarchisme, actiegroepen en de derde wereld. De Groene Waterman was tot het eind van de jaren zeventig in wezen de enige zaak in het Antwerpse waar alles wat buiten de mainstream viel een plek kon krijgen, en waar iedereen die op zoek was naar iets anders wel eens ging kijken. Jef Sprankenis wou geen politieke of wetenschappelijke boekhandel maar inderdaad een 'alternatief informatiesentrum'.

Het opengevouwen boek

Hoe belangrijk die tien jaren met Jef Sprankenis ook waren, ze vormen maar de beginjaren van de zaak. In 1979 voltrekt zich op vrij korte tijd de transformatie van een legendarische boekhandel tot wat de kwaliteitsboekhandel De Groene Waterman zal worden.

Eind jaren zeventig werd duidelijk dat Jef de uitbating van de winkel minder aandacht gaf. Hij was met zijn zaak inmiddels verhuisd naar de Lange Koepoortstraat 16, en daarna naar het huidige pand, Wolstraat 7.

Maar die ruimte was te groot voor wat hij nog in huis had. Jef vulde de gaten in het aanbod niet aan, de inrichting leek nog meer dan voorheen een rommeltje en in gedachten was hij bijna uitsluitend bezig was met zijn nieuwe project: de allesomvattende, definitieve biografie van de Nederlandse schrijver Jacob Israël de Haan, die in 1924 in Palestina werd vermoord. Jef wilde van zijn boekhandel af, en weg uit Antwerpen.

In dezelfde periode vormde Amada ('Alle Macht Aan De Arbeiders') zich om tot de Partij van de Arbeid, en in dat proces paste het beheer van een boekhandel in Antwerpen, die een breder publiek zou aantrekken dan de partijwinkel 'Het rode boek' in de volkswijk Seefhoek. Jef zei regelmatig dat hij niet wilde verkopen aan 'de Amadezen', maar na enige bemiddeling kwam er een vergelijk. Bij een fles jenever kon uitgeverij EPO de boekhandel met overnemen voor 300.000 frank. Jef verdween ijlings naar Amsterdam. Hij overleed in 2003. Het mysterie van de winkelnaam nam hij met zich mee.

De nieuwe uitbaters pakten de zaak collectief aan: een groot aantal vrijwilligers vernieuwde de winkel. Achter de donkere rekken kwamen beschilderde muren te voorschijn met levensgrote racewagens, die opnieuw verdwenen onder een nieuwe laag verf. De inboedel van 'Het rode boek' kwam over, met veel marxistisch werk, zoals de Oeuvres Complets van Lenin, met Littérature chinoise en de chinoiserieën (die prachtige schriftjes met hard kaft en dun papier, de geoliede papieren paraplu's), maar de winkel was ook een open distributiepunt voor alles wat naar links activisme rook. Vrouwen- en homobeweging, vakbeweging, milieu, antiracisme, derde wereld, sociale bewegingen... het vond allemaal een plek in de nieuwe progressieve boekhandel.

Op 15 februari 1980 heropende De Groene Waterman officieel. Een jonge kunstenares wou wel een nieuw logo ontwerpen: een gestileerd opengevouwen boek. Haar naam: Anne-Mie Van Kerckhoven. Zij ontving er 250 frank voor. De deurklink kreeg dezelfde vorm, en die is er nog steeds.

Die nieuwe start bracht veel discussies op gang, eigen aan de tijd. Bijvoorbeeld, een mooie gebonden editie van Günther Grass of Salman Rushdie, kan met zo’n dure uitgave wel een arbeiderspubliek bereiken? De Groene Waterman was een ontmoetingspek voor basis- en actiegroepen, volkshogescholen en vormingsinstituten, vakbonden en belangenorganisaties. Terwijl de onafhankelijke boekhandels verdwenen vanwege de concurrentie van Standaard Boekhandel en Fnac, bleef De Groene Waterman overeind dankzij de kracht van vele vrijwilligers.

En natuurlijk dankzij het eigenzinnig aanbod: hier vond je zaken die nergens anders te koop waren. De Nederlandse pastiche 'Asterix en de kernsentrale ... of het recht van de sterkste', uitgegeven door 'Atoomstroom, boze droom', bijvoorbeeld. Toen Wim Kayzer voor de VPRO zijn eerste reeks schrijversportretten maakte, hadden wij de gestencilde teksten van de uitzendingen. Een klant uit Rotterdam bracht tijdens de Nederlandse Boekenweek exemplaren van het boekenweekgeschenk mee.

Mooie momenten

De buurt keek vrolijk toe op wat er in de winkel gebeurde. In 1985 bezocht de paus van Rome België, wij bouwde een mooie anti-pauselijke etalage. Met bezoek van een woedende pastoor tot gevolg. Toen in 1988 het boek Alles moet weg van Tom Lanoye verscheen, maakte we in de vitrine een installatie van alledaagse producten met diezelfde titel. Buurtbewoners kwamen langs voor sardines en toiletpapier in aanbieding. Toen er kort daarna bij de jaarlijkse inventaris stapels boeken op de stoep lagen te wachten, was alles in een mum van tijd meegenomen door passanten.

Wie herinnert zich KUMPS nog? Tussen 1992 en 1994 schreef KUMPS rare lezersbrieven in kranten, hij plaatste doordenkers boven de pissijnen van café De Kat, installeerde een peepshow op Het Andere Boek, maar was vooral het brein achter een reeks memorabele literaire avonden in De Groene Waterman. De zaal achter de winkel was op die avonden steeds te klein. Onvergetelijk was de avond waarop een lookalike van de paus van Rome in vol ornaat het linkse volk kwam zegenen. Historisch was de KUMPS-avond waar Kader Abdolah de eerste Groene-Watermanprijs mocht ontvangen. Abdolah, die toen nauwelijks Nederlands sprak, gaf een indrukwekkende lezing tijdens zijn allereerste publieke optreden als schrijver. En het geheim mag nu wel verklapt: KUMPS, dat waren Paul Schrijvers, Rik Senden, Greet Verhoeven en Erik Vlaminck.

Een ploeg vrijwilligers turnde de kelder onder de boekhandel om tot een cultuurkelder waar nog ander schoon volk over de vloer kwam: Bill Bryson, toen nog vrij onbekend, Fatima Mernissi, Gioconda Belli, Nawal Al-Sadaawi, Tariq Ali, Hugo Claus, Che Guevara's dochter, Robert Fisk...

In 1970 telde Antwerpen nog 145 boekenverkooppunten. In 1988 waren er dat nog 49. De Groene Waterman bleef overeind dankzij zijn klanten en de kracht van vele vrijwilligers: voor de aankoop van het pand, het uitgraven en inrichten van de kelder, als hulp bij allerhande acties of de jaarlijkse boekenstand op Het andere boek...

In 1997 openden we een tweede filiaal in Brussel. Helaas, de tijd was niet rijp. Een jaar later sloot dit filiaal alweer. Ook in 1997 werd De Groene Waterman een coöperatieve vennootschap, een unieke formule in de boekenwereld. Sindsdien hebben meer dan 1600 lezers en schrijvers ‘aandelen’ gekocht. Ook de brand van 1999 kwamen we te boven, dankzij hulp van tientallen vrijwilligers. Eigenzinnige acties zijn er nog steeds: Diogenes in een ton of lezers in de vitrine, een literair podium in de marge van de 01/10-concerten, straat-zonder-racisme. Een jaar vóór de mooiste openingszin van een boek ooit werd verkozen, hing die zin al in de etalage.

In 2002 won "boekentempel De Groene Waterman" met verve het concours voor de beste boekhandel, uitgeschreven door het literaire tijdschrift Gierik. Een jaar later had De Standaard der letteren een lyrisch stuk over 'de boekhandel van de laatste hoop'. Dezelfde krant plaatste in januari 2008 De Groene Waterman als tweede beste boekhandel van Vlaanderen en Brussel, na Tropismes. En The Socialist Register, 'the intellectual lodestone of the international left since 1964', noemt op zijn website onze zaak als eerste van 'some good bookshops in Europe'.

Een Nederlandse Bril

De Nederlandse columnist Martin Bril schreef vorig jaar een stukje in het boek 'Uit liefde in boeken': "... Ik kuierde de Wolstraat in, denkend aan Willem Elsschot, die in dezelfde straat ook voetstappen had liggen, want ineens realiseerde ik me dat zijn stamcafé hier niet ver vandaan was. Bijna eerbiedig liep ik de Wolstraat verder in. Een glazenwasser stond op een ladder te fluiten. (...) Voor de deur van De Groene Waterman stond inmiddels een vrachtwagen. Een man in een stofjas was bezig dozen met boeken de winkel in te rijden. Ik volgde hem over de drempel, en ja – het was een goede boekwinkel.

Hoeveel boekwinkels heb ik inmiddels bezocht? Duizenden. Een goeie pik je er onmiddellijk uit. Het is een kwestie van één oogopslag, maar misschien moet je er kenner voor zijn. Deze winkel was ruim opgezet, modern, maar geen filiaal van een keten. Het was een zaak waar uit liefde in boeken werd gehandeld. Waar zag ik dat aan? Toch in eerste instantie aan het aanbod. Alles was er. De grote bestsellers van het moment, goed opgesteld, maar niet in absurd hoge stapels. De boeken waar minder publiek voor was, en er komen steeds meer boeken waar maar een klein publiek voor is; toch goed ingekocht door de winkel, en duidelijk zichtbaar op de tafels neergelegd, als truffels waar men mij aan wilde laten ruiken.

Misschien kon ik de geheime vrucht van de aarde nog niet waarderen, ooit zou er een dag komen dat ik wist wat een truffel kon doen. Poëzie, buitenlandse literatuur, geschiedenis – alles was er, maar het was de eerste indruk die me dat vertelde: de eerste tafel van de winkel, met de boeken van dat moment. Wie daaruit de juiste selectie maakt, om zijn klanten te behagen en te attenderen op wat er verder nog is, te verleiden, te prikkelen, ja misschien zelfs op te voeden, die is een boekhandelaar die zijn verantwoordelijkheid, ahum, als cultuurdrager kent.

Ik schoof dus tussen de tafels en kasten door, en snoof met diepe teugen mijn wereld op, niet gestoord door andere klanten, daar was het te vroeg voor, en niet gestoord door het personeel dat een liefhebber van boeken in mij herkende, en wist dat ik mijn weg wel zou vinden in de enorme winkel. Ik was, met andere woorden, ver van huis, maar toch thuis. Uiteindelijk kocht ik de verzamelde gedichten van Gerard Reve. Die had ik al, maar hij was dood, en hij verdiende het. Toen ik weer buiten stond was de mist over Antwerpen opgetrokken en scheen de zon. Ik probeerde te reconstrueren wat er afgelopen nacht was voorgevallen, maar het lukte nauwelijks. De nieuwe dag had de kracht van een veelgeprezen wasmiddel dat alles stralend wit wast."

Bedankt Bril en dank aan allen die De Groene Waterman hebben gemaakt tot wat die nu is.

Antwerpen, oktober ’15

Het stukje geschiedenis is gebaseerd op herinneringen van Bieke V., Chris B., Ed S., Eddie V., Edith C., Erik V., Frieda G., Herman D., Hugo D., Hugo P., Ivo H., Jan V., Jan V. D., Jef M., Koen C., Luc L., Ludo T., zoals opgetekend door studenten aan de Schrijversacademie, en op de commentaren van onze medewerkers Diane, Edith, Immele, Katrien, Nikki en Robrecht.